DE STRIJD OP DE NOORD ATLANTISCHE OCEAAN
Dit was de langste en belangrijkste strijd van de Tweede Wereldoorlog en duurde van 3 september 1939 tot 8 mei 1945. De Noord Atlantische oceaan is in vredestijd al berucht: zware stormen, mist en in de winter bevriezing van het bovenwaterschip door buiswater (“spray” in het Engels). In de tweede wereldoorlog kwam er het gevaar van vijandelijke acties bij.
De Tweede Wereldoorlog zou door de gealliëerden alleen kunnen worden gewonnen, als het Verenigd Koninkrijk, dus Engeland de strijd tegen NAZI-Duitsland zou kunnen voortzetten en in 1944 als een gigantische basis, dus springplank zou kunnen dienen voor de enorme invasie op 6 juni 1944 in Normandië(Frankrijk).
Om te kunnen overleven moest de UK (United Kingdom) voortdurend worden bevoorraad met voedsel, brandstof en verdere middelen om oorlog te kunnen voeren. De voorraden moesten voornamelijk komen uit Noord Amerika ,deels uit Zuid Amerika en het verre Oosten.
De bevoorrading was opgedragen aan de gealliëerde koopvaardijschepen, bestaande uit Britse, Nederlandse, Belgische, Deense-, Griekse en Noorse schepen. Vanaf begin 1942 ook Amerikaanse koopvaardijschepen. Gemiddeld kon elk schip 5.000.000 kg lading mee nemen en tankers gemiddeld zo’n 10.000 mᶾ brandstof, voornamelijk vliegtuigbenzine tbv. de Britse Royal Air Force en later de Amerikaanse luchtstrijdkrachten, w.o de in NAZI-Duitsland zo beruchte “Eight US Army Air Force”.
Koopvaardijschepen werden in feite gemilitariseerd. De Nederlandse bemanningen kregen een “vaarplicht”, dus “dienstplicht” op zee. De schepen werden grijs geschilderd, kregen bewapening, waaronder minstens een kanon op het achterdek en luchtafweergeschut. Ze kwamen onder bevel van de Admiraliteit. De meeste onder de Britse-, maar ook gingen schepen varen onder bevel van het Amerikaanse vloot commando.
De Duitse onderzeebootvloot bestond bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog uit 57 vaartuigen. Hitler, de Duitse dictator had geen benul van de zee en de waarde daarvan. Hij wilde in de oorlog voornamelijk tanks laten bouwen en de Duitse Marine kreeg maar 5% van de staalproductie, later meer.
Op 7 december 1941 vond de Japanse aanval op Pearl Harbor plaats en de wereldoorlog werd nu een feit, door de toetreding van de Verenigde Staten. Enkele dagen later verklaarde Hitler de USA de oorlog! De Verenigde Staten kwamen meteen het Verenigde Koninkrijk te hulp met militaire hulp en materiaal. Vlooteenheden werden toegevoegd aan de oorlogsschepen, die de Noord Atlantische gealliëerde convooien begeleiden. Convooien waren transportvloten, bestaande uit 40 tot 60 transportschepen en olietankers. Gewoonlijk bevonden zich verscheidene convooien op zee, die voortdurend door onderzeeboten werden aangevallen. Overdag onder water, ‘s nachts boven water. Ondanks de escorte, werden vele transportschepen tot zinken gebracht.
De opperbevelhebber van de Nazi-Duitse onderzeebootvloot en na 1943 van de gehele “Kriegsmarine”, was Admiraal, later “Groot Admiraal” Karl Dӧnitz (zijn beide zoons verloor hij tijdens de oorlog op zee). Als Hitler naar hem had geluisterd, had hij het Verenigde Koninkrijk tot een wapenstilstand kunnen forceren. Ondanks de omstandigheden kon hij de onderzeebootvloot versterken en in maart 1943 leek het lot van Engeland beslecht, want de verliezen aan koopvaardijschepen werden enorm en de bevoorradings van Engeland stokte.
Er gebeurde een wonder: de wetenschap ontwikkelde nieuwe technieken w.o. “huff duff” en de toetreding van Amerikaanse viermotorige B24 “Liberators”, met een enorme actie radius. Deze vliegtuigen vlogen vanaf IJsland, waarbij het beruchte deel van de oceaan zonder luchtdekking tot het verleden behoorde. De maand mei was het keerpunt in de oorlog op de NA oceaan.
In mei 1943 bevonden zich 17 convooien op de NA Oceaan bestaande uit 738 koopvaardij-schepen, geëscorteerd door 190 oorlogsschepen. Tegen deze convooien werden 214 U-boten, dus NAZI-onderzeeërs ingezet. Hiervan gingen er 22 verloren en 13 werden zwaar beschadigd en hierbij kwamen 1.026 Duitse bemanningsleden om het leven. In die maand gingen 19 gealliëerde koopvaarders ten onder met een gezamelijke inhoud van 96.171 brt.(Duitse bron).
Ter vergelijking: In november 1942 werden 118 koopvaardijschepen gezamelijk 743.321 brt. tot zinken gebracht. Dit verlies patroon ging door tot de grote omslag in mei 1943. Hierna werd het mogelijk om middels een gigantisch nieuwbouw programma de oorlogsmaterialen voor de invasie van 1944 naar Engeland te brengen.
De prijs van deze strijd was zeer hoog: 2.840 (14.315.964 brt.) vrachtschepen, waaronder 770 olietankers beladen met miljoenen tonnen waardevolle goederen gingen verloren en tienduizenden zeelieden kwamen om het leven. Maar hun strijd behoedde Groot Britannië voor de ondergang en daardoor werd de bevrijding van West Europa w.o. Nederland in de periode 1944/1945 mogelijk. Ook verloren de gealliëerden 138 oorlogsschepen met ervaren bemanningen.
Nederland droeg vooral bij in de eerste kritische oorlogsjaren en verloor 214 koopvaardij-schepen en 3.800 zeelieden. Een feit, dat in Nederland geen aandacht krijgt, ook niet in de geschiedenisles op scholen.
De Duitse onderzeedienst werd enorm zwaar getroffen: van de 863 in dienst gestelde onderzeeboten, gingen er 753 verloren met meer dan 30.000 opvarenden.
Volgens Winston Churchill, de grote Britse regeringsleider gedurende de Tweede Wereld-oorlog, was het Duitse “U-Boat” gevaar, het enige waar hij gedurende de oorlog bang voor was geweest.
Opgesteld door J.M. Kooijman dd. 26 oktober 2020 aan de hand van speciale literatuur. Geen enkel boek kan de juiste verliescijfers van koopvaardijschepen geven.